< Elektronica < Opamps < Lineaire Schakelingen

Niet inverterende versterker

Beschouw het volgende basisschema:

Net zoals bij de inverterende versterker geldt er nog steeds tegenkoppeling; Rf is nog steeds op de inverterende ingang gekoppeld. Het grote verschil is dat het ingangssignaal via de niet-inverterende ingang in de opamp gevoerd wordt. Hierdoor zal het - teken in de transfertkarakteristiek dat aanwezig was bij de voorgaande verdwijnen.

Een ander verschil is dat het virtueel massapunt hier verdwijnt aangezien noch V+ noch V- aan massa geconnecteerd zijn. Wel zullen beide pinnen nog op dezelfde potentiaal zijn. Bij de volgende afleiding wordt ervan uitgegaan dat zowel IR1 en IRf van Vout naar de massa vloeien (dus van rechts naar links in het schema). Hieruit volgt dat:

Uit de wet van Ohm volgt dan:

Hierbij bevindt V- zich op dezelfde potentiaal als Vin:

Welke de volgende transfertfunctie geeft:

De gesloten lusversterking . Deze gesloten lusversterking zal steeds groter zijn dan 1 en is eveneens enkel bepaald door externe componenten (de weerstanden R1 en Rf).


Opgaven

Opgaven:

  • Indien bij het basisschema van de niet-inverterende versterker geldt dat Vin=5 Volt is, Rf=20k en Rin=40k, hoeveel zal dan de uitgangsspanning bedragen?
  • Indien Rf=120k, bepaal dat Rin zodat de gesloten lusversterking in absolute waarde 3 bedraagt. Teken Vin en Vout wanneer Vin een sinsugolf is met frequentie 50Hz en amplitude 1V.
  • Zelfde opgave als voorgaande, nu dient ACL echter gelijk te zijn aan .
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.