< Chemie Centraal

De geschiedenis van de scheikunde is in de oudheid verbonden met werktuiglijke handelingen. Metallurgie, zoals het smelten van metalen zoals koper of ijzer uit erts, kleuren, bierbrouwen, het maken van eenvoudige (natuurlijke) medicijnen of gif voor pijlen, kunnen allen als primitieve vormen van chemie worden gezien. Een verschil met de chemie van de oudheid is dat men nu de theoretische achtergrond kent, terwijl toen de chemie was gebaseerd op ervaringen.

In de steentijd (van voor 2000 v. Chr.) werden de volgende uitvindingen gedaan:

  • Het maken van vuur met behulp van wrijving voor belichten en verwarmen
  • Het pottenbakken
  • Het koken, drogen en conserveren van levensmiddelen
  • Vet-, talg- en oliewinning uit levensmiddelen
  • Het bewerken van goud, zilver en koper. Ook ijzer werd gevonden, maar dat was niet bewerkbaar.

In de bronstijd (vanaf 1950 tot 650 v. Chr.) werden de volgende uitvindingen gedaan:

  • Het maken van brons uit tin en koper.
  • Het maken van houtskool, wat belangrijk was voor het verhogen van de verbrandingstemperatuur bij het verbranden van de houtskool
  • Het kalk branden, waarbij ongebluste kalk (calciumoxide) ontstaat, dat gebruikt kon worden voor het maken van gebouwen.

In de ijzertijd (vanaf ongeveer 1000 v. Chr.) werden de volgende uitvindingen gedaan:

  • De mogelijkheid om ijzer te winnen uit ijzererts door het verbranden van houtskool in combinatie met de luchtbalg.
  • De productie van glas uit uitgeloogde as van planten en gebrande wijnsteen
  • Het roosten van erts, bijvoorbeeld van vermiljoen/cinnaber (kwiksulfide), waarna kwikoxide ontstond en daaruit kwikzilver
  • Het verzepen van vetten (uit soda en potas, als ook vetten en oliën)
  • De lijm-, kleurstof- en olieproductie (zoals terpentineolie)

Andere chemische processen uit de oudheid die niet in periodes zijn geordend:

  • Gisting bij het maken van bier en wijn en voor producten uit melk.
  • Leerlooien. Dit werd onder andere gedaan met keukenzout, aluin, kopersulfaat, soda en ammoniak.
  • Het produceren van allerhande kleurpigmenten, zoals koperblauw uit koperoxide, zand en soda; ijzerrood, cinnaber. De eveneens voor verf benodigde oliën en harsen. Deze verf werd ook ingezet als primitieve cosmetica.
  • Extractie van geurstoffen. Bijvoorbeeld parfums werden gemaakt door de extractie van geurstoffen uit bloemen.
  • De productie van zout uit zeewater door het in de zon laten verdampen van water.

Hierbij werden de volgende chemische technieken ontwikkeld:

  • Roosten
  • Smelten
  • Uitkoken
  • Zeven

zouten

  • Filtreren
  • Klaren
  • Drogen
  • Destilleren
  • Kristalliseren
  • Sedimenteren
Laboratorium van een alchemist

Voortbordurend op de eerste primitieve chemie werd in de loop van de tijd ook de alchemie ontwikkeld. Alchemie is vooral bekend door de wens om goud en andere edele metalen te produceren uit stoffen van veel geringere waarde. Alchemie is ook verbonden met het zoeken naar de Steen der wijzen, tegengiften en elixers voor een eeuwig leven. De alchemisten meenden dat men chemische elementen kon transmuteren, dat wil zeggen veranderen in andere chemische elementen. Alchemie is een oude vorm van praktische natuurfilosofie, waarin elementen van scheikunde, natuurkunde, astrologie, kunst, semiotiek, metallurgie, geneeskunde, mysticisme en religie worden gecombineerd.

Enige methoden die in de alchemie werden ontwikkeld, werden ook overgenomen in de daaruit ontwikkelde chemie en farmacologie (de wetenschap van de medicijnen). Het gaat hierbij om experimenteertechnieken, zuiveringstechnieken en scheidingstechnieken.

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.