< Chemie Centraal

Een base is het pendant van zuur (zie vorig hoofdstuk). Een zuur geeft waterstofionen af en de base neemt het op. Lossen we een base op in water, dan zal de oplossing basisch worden (het tegenovergestelde van zuur).

Definitie volgens Arrhenius

Een base volgens Arrhenius is een stof dat in water aanleiding geeft tot het vormen van een hydroxide-ion (OH-)


Het molecuul kan ook zelf een hydroxide-ion bevatten, maar dat hoeft niet.

Twee voorbeelden van Arrhenius-basen zijn natriumhydroxide (NaOH) en ammoniak (NH3):

NaOH Na+ + OH-

NH3 + H2O NH4+ + OH-


Definitie volgens Brønsted en Lowry

Een base is een molecuul dat protonen (H+) kan opnemen


Een dergelijke base wordt Brønsted-base genoemd.

Elke Arrhenius-base is ook een Brønsted-base, maar dat geldt niet altijd omgekeerd. Bij Arrhenius moet de stof namelijk in water opgelost zijn, dat hoeft bij Brønsted en Lowry niet.

Definitie volgens Lewis

Een base is een molecuul met een vrij elektronenpaar


Een dergelijke base wordt Lewis-base genoemd.

Een voorbeeld van een Lewisbase is NH3

Alle Brønsted-basen zijn ook Lewis-basen, maar het omgekeerde geldt niet altijd.

Voorbeelden van basen

Sterke basen

Sterke basen dissociëren vrijwel volledig in water.

  • natriumhydroxide (NaOH)
  • kaliumhydroxide (KOH)
  • bariumhydroxide (Ba(OH)2)
  • calciumhydroxide (Ca(OH)2)

Zwakke basen

Andere basen zijn:

  • ammoniak (NH3)
  • natriumcarbonaat

In het dagelijks gebruik vindt men ook veel basen, zoals gal (uit de lever) en zeep.

Basen onder de loep

Natriumhydroxide

Basische reinigingsmiddelen



← Vorige  Chemie Centraal  Volgende →

This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.