< Celbiologie

De celkern of nucleus komt voor bij eukaryote, maar niet bij prokaryote organismen zoals bacteriën. Dit organel bevat het erfelijk materiaal (DNA) dat bij prokaryoten in het cytoplasma besloten ligt. De eukaryote cel heeft zich geleidelijk aan ontwikkeld uit de prokaryote.

Celkern of nucleus

Grootte

De celkern is duidelijk zichtbaar met een lichtmicroscoop. Sommige cellen van eykaryote organismen hebben echter toch geen kern, bijv. de rode bloedlichaampjes bij zoogdieren.

Opbouw van de celkern

De nucleus is omgeven door een dubbele kernmembraan (1). Deze heeft vele kernporiën (3), die het inwendige van de kern verbinden met het endoplasmatisch reticulum (2). Opvallend aanwezig in de kern is het kernlichaampje of nucleolus (4). Voor de rest lijkt de kern opgevuld met een draderig geheel, het chromatine netwerk (5), dat zich in het kernplasma (8) bevindt.

Functie

  • Het chromatine netwerk bestaat uit DNA en eiwitten (histonen). Met andere woorden, dit is de drager van de erfelijke eigenschappen. Tijdens de celdeling condenseert en spiraliseert het netwerk tot chromosomen.
  • De nucleolus of het kernlichaampje staat in voor de productie van ribosomaal RNA, één van de bouwstoffen voor de ribosomen .
  • De kernporiën maken transport mogelijk tussen kern en cytoplasma.
This article is issued from Wikibooks. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.